Du Holde Kunst - Elise Caluwaerts & Kim Van Den Brempt
Marjan Hellraeth
De negentiende eeuwse literatuur staat er vol van. De dichters kregen er niet genoeg van. Ze waren gevangene van de romantische mythe en ze bezongen al de facetten van hun allerdiepste zieleroerselen. Deze woorden blijven twee eeuwen later nog steeds spreken en niet in het minst doordat ze op verfijnde wijze werden getoonzet op muziek.
Schubert is hier uiteraard de grootste meester. We eren hem met enkele pareltjes die onmiddellijk aangeven waar het om te doen is: verdrinken in schoonheid, opgaan in de pijn van het gloeiende hart, de intensiteit cultiveren van verliefdheid, verheerlijken van de roodste lippen, de rondste borsten en de schoonste herinnering, het verscheurende van het gemis en ga zo maar door.
Brahms gaat verder in deze taal. Hij zal muzikaal op zoek gaan naar de grotere harmonische spanningsboog, met als summum het "von ewiger Liebe".
De collectie liederen (opus 48), het is niet echt een cyclus, van Grieg brengen dan weer wat noordelijk verfrissing. De kleuren, de lichtheid en de originaliteit zorgen bij het publiek telkens weer voor een verrassende ontdekking. Het slotlied gaat over de vage grens tussen droom en werkelijkheid.
Een thematiek die naadloos aansluit bij 'die Nacht' van Richard Strauss. Als afsluiter brengen we van deze laatromanticus nog enkele van zijn meest bekende liederen 'Morgen', 'allerseelen' en 'Zueignung'.